Jura - 2014



Fietsvakantie 2014
Jura
door Peter, Ester, Pelle (10 jaar) en Elise (9 jaar)
Reisdag

Vanwege de weersvoorspelling zijn we een dagje later vertrokken naar Pontarlier, een plaatsje tegen de Zwitserse grens waar we onze auto achter konder laten. Bij aankomst in Pontarlier waren we bijna weer omgedraaid; 14 graden in de motregen was niet wat wij voor ogen hadden toen wij onze fietsvakantie planden. Maar we besloten op het goede weerbericht voor de komende dagen te vertrouwen en trotseerden de eerste koude avond en nacht niet voor niets.

15 juli: Pontarlier naar Ornans

De volgende ochtend was de lucht blauw met witte schapenwolkjes en verlieten we vol goede moed Camping Municipal Le Larmont. Het werd een mooie eerste fietsdag door een landschap dat ons wat on-Frans aan deed. De huizen waren te netjes, de torenspitsen anders van model en in de sappige groene weiden graasden Milka-koeien met grote klingelende bellen. Oningefietst als we waren werd het hard werken, ondanks het prettige weer en het feit dat we meer afdaalden dan klommen.


Onderweg door de Jura

Voor de lunch reden we naar de Source de la Loue, waar op een schilderachtig plekje de Loue tussen de rotsen naar beneden kwam kletteren. Een uurtje later reden we luxe bergaf door de Gorges de Nouailles, een indrukwekkende kloof, compleet met tunnel en een waterval direct langs de weg. Nu kreeg Pelle de kriebels, want hij had in het routeboekje gelezen dat ****-camping La Roche d’Ully in Ornans op de planning stond met een geweldig zwembad. Daar kwamen we inderdaad nog op tijd aan voor een frisse duik. Die was zo lekker dat Peter nog maar net voor sluit de Super-U bereikte voor onze traditionele aardappelsalade met knakworst en zalm.


Source de la Loue Gorges de Nouailles
16 juli: Ornans naar Osselle

We startten rustig op, want alles was drijfnat van de condens. Het was perfect weer voor de vele naakslakken die sporen trokken over de tent en onze komkommer soldaat maakten. Ornans bleek nog een heel mooi plaatsje te zijn met zijn overhangende huizen over de Loue. Een half uurtje later fietsten we rustig omhoog over een oud spoortraject met een imposante brug. Helaas was de luxe van korte duur en moesten we aan het einde van het fietspad gaan klimmen. We probeerden hier nog een wandelingetje naar de Puits-Noir, die wel tot onze verbeelding spraken, maar dat leek toch wel een serieuze wandeling te gaan worden over een steil bospad en we bewaarden onze puf liever voor de rest van onze klim. Na onze klim zouden we voornamelijk mogen afdalen, ware het niet dat onze afslag niet (meer) bleek te bestaan en we hobbel de bobbel moesten spoorzoeken tot we weer op onze route kwamen. Daarbij kwamen we nog terecht op een stuk etappe van de Tour de France. Er stond een groot bord langs de weg dat die tot drie uur afgesloten zou zijn, maar het zat de Tour-rijders kennelijk mee en we mochten gewoon door. De achtergebleven fans moedigden ons luid toeterend aan. Nu snapten we ook wat al die Tour-auto’s deden op onze camping in Ornans! We kregen nu een fietspad langs het Canal du Rhône au Rhin, waar we bij een sluis de eerste IceTea van de vakantie dronken. Op een gegeven moment fietsten we tussen het kanaal en de rivier de Doubs in.


Cache onderweg Tour de France blokkade Fietspad langs canal du Rhone au Rhin

We zetten onze tent neer op Camping La Plage d’Osselle, een erg primitieve camping zonder voorzieningen, zelfs geen warm water, maar wel met een recreatieplas voor de deur. Behalve wat andere vakantiefietsers waren er dan ook niet veel andere kampeerders. Peter ondernam een poging om aan eten, drinken en ontbijt te komen, terwijl Pelle en Elise zwommen in het meer en speelden in het zand aan de oever. De poging van wel twintig kilometer leverde helaas niets op. Gelukkig verkocht de snackbar friet, broodjes knakworst en blikjes fris. Jammer, want we hadden hier graag nog een nachtje extra willen blijven. ’s Avonds vertrokken alle dagjesmensen en hadden we de Plage d’Osselle bijna voor ons alleen. Bovendien wilden we nog naar de grotten.

17 juli: Osselle - Grottenbezoek

We hadden een lekker rustige nacht en de douches van het naburige sportveld waren gelukkig warm. Bovendien bleek er in een naburig dorp een bakker te zitten met wat eerste levensbehoeften. Zo konden we toch nog een extra dag blijven. We keken geboeid toe hoe alle andere fietsers hun boeltje pakten. Er waren wat Franse gezinnen bij die stoer rondreden met bagagekarren, achterzitjes, kinderkarren, loopfietsjes en zelfs een hond. Pelle en Elise doken meteen weer het meer in en wij installeerden ons onder de bomen op de stoeltjes van een onverhuurde caravan. Het strandje stroomde weer vol, maar we hielden het kampeerveld het grootste deel van de dag voor onszelf. ’s Middags maakten we een tochtje naar de heerlijk koele Grottes d’Osselle. Aan het einde van de dag bleek onze bakker-epicerie helaas nog niet opnieuw bevoorraad te zijn nadat ze een dag eerder waren leeggekocht door Tour-fans, maar we bemachtigden nog een laatste doosje eieren, een restje ham, aardappels, een paprika en wat yoghurtjes. Helaas was het uit met de rust toen er links naast ons een camper kwam staan met maar liefst vijf kinderen en rechts naast ons de caravans werden bevolkt door BBQ-ers. Om veel ergernis en een slapeloze nacht te voorkomen, haalden we onze tent leeg en verplaatsten hem naar de andere kant van het terrein. Dit bleek later een goede zet te zijn geweest ...

18 juli: Osselle naar Poligny

Het koelde ’s nachts gelukkig flink af, al zorgde dat er wel weer voor dat we ’s ochtends zaten met een kleddernatte tent vol met slakken. We waren al vroeg op en, bij gebrek aan ontbijt, ook al vroeg klaar voor vertrek. Zo ploeterden we al om negen uur de berg op naar de bakker. Het zou een dag worden van hete klimmetjes en verfrissende afdalingen door schaduwrijk bos. We zagen vandaag ook de eerste zonnebloemen. De enige echte bezienswaardigheid waren de salines van Arc-et-Senans in hun keurig symetrische UNESCO-gebouw. Er gingen hele schoolreisjes naartoe, maar wij hadden op deze hete dag niet zo’n behoefte aan een leerzaam uitstapje en hielden het bij een blik door het hek. We eindigden de dag op Camping Municipal de la Croix du Dan in Poligny.


Ook hier kwam de Tour de France langs Arc-et-Senans Onderweg
19 juli: Poligny naar Doucier

We wisten weer rond negenen klaar te zijn vertrek. Gezien de hitte wilden we zo vroeg mogelijk aan onze vijf kilometer lange klim uit Poligny beginnen, want Peter herinnerde zich dit stukje van de Groene Route van vijftien jaren geleden als erg zwaar. Nu viel het ons eigenlijk erg mee; het bos bood schaduw en het was ook wat minder heet. En af en toe stapten we gewoon even af om van het uitzicht te genieten, eerst op Poligny en later op het hele dal. Eenmaal boven op de berg kregen we boeren land. Rond lunchtijd bereikten we de Cirque de Ladaye en konden we luxe vanaf een picknicktafel stokbroodjes eten met jam en uitzicht. Voor de nacht weken we uit naar Doucier, naar het tentenveld van Camping Les Merilles***. De reden voor deze kleine afwijking van de Groene Route was dat we niet snapten dat ze de beroemde Cascades de Hérisson er niet in hadden opgenomen.


Poligny Cirque de Ladaye
20 juli: Doucier – bezoek aan de Cascades d’Hérisson

Wij hadden een hele rustdag uitgetrokken om de lange serie watervallen in de Hérisson helemaal te kunnen bekijken in een drie uur durende wandeling. Het zag er ’s ochtends alleen wat somber uit en bij navraag bleken er onweersbuien voorspeld te zijn voor de middag. Dat was balen, maar we besloten het er toch maar op te wagen. Het was nog negen kilometer fietsen naar het beginpunt bij het Maison des Cascades, waar een breed pad ons langs de mooiste watervallen omhoog voerde. De eerste, L’Éventail, was meteen de spectaculairste. Hij was hoog, breed en erg woest. Maar de leukste was Le Grand Saut, waar je (via een eigenlijk afgesloten) pad achter langs kon zonder al te nat te worden. Aan hetzelfde pad lag een grotje dat helemaal was volgebouwd met steenmannetjes. Er waren ook nog watervallen waar je aan de voet lekker kon pootje baden.


Cascades d'Hérisson

Het was al met al een heerlijke wandeling die we voor geen goud hadden willen missen! We hadden onze serie net klaar toen het begon te donderjagen. We trokken onze regenpakken aan en haastten ons naar het Maison aan het beginpunt, waar onze fietsen onder een groot afdak op ons stonden te wachten. We schuilden er samen met een flinke groep padvinders tot de ergste regen voorbij was. Toen fietsten we terug naar de camping, waar we ons heil zochten in de Salle des Jeux. Daar was een stopcontact voor de tablet, dus Pelle en Elise vermaakten zich er wel. Helaas schuilden er ook erg veel vliegen.

21 juli: Doucier - regendag

Dit werd een dag om meteen te vergeten! Als de auto wat dichter in de buurt had gestaan hadden we ons boeltje gepakt en waren we regelrecht naar Geldrop gereden. Het regende dat het goot en ons tentenveld leek wel een moeras. De enige plek waar we naartoe konden was die speelzaal vol vliegen. De eigenaren deden nog hun best om de kinderen te vermaken met een eendjes-hengelspel, maar dat was natuurlijk niet dagvullend. We troostten ons met de wetenschap dat het de volgende dag droog zou zijn.

22 juli: Doucier naar Chancia

Helaas werd het alweer een zwarte bladzijde in ons fietsverhaal. Na een slapeloze nacht vanwege vijf dronken Franse jongeren bleek het nog steeds te regenen. Het regende misschien iets minder hard, maar wel gestaag en hard genoeg om erg nat van te worden. Er zat niets anders op dan met frisse tegenzin onze spullen binnenstents in te pakken. Dat was geen erg fijne klus, want de tent zat van binnen en van buiten volgeplakt met slijmerige slakken in alle soorten en maten, van oranje tot bruin, effen en gestreept. Het was nog maar zestien graden en we trokken onze regenpakken net zozeer tegen de regen als tegen de kou aan. Onze etappe van vijftig kilometer had er eentje moeten zijn van klimmen en prachtig uitzicht op ondermeer de Barrage de Vauglans. Die klimmen kregen we wel, maar het uitzicht was gehuld in dikke mist. Gelukkig vonden we een oude wasplaats om droog te kunnen lunchen. We waren toen inmiddels nat tot op onze onderbroek, door lekkende regenpakken of zweet en waarschijnlijk allebei. De wegen werden nu riviertjes en we waren blij toen we Chancia bereikten, waar sfeervol op een eiland in de Ain onze Camping Municipal Les Cyclamens lag.


Regen... Regen... ... en tent opzetten in de regen

Ze hadden geen huisje voor ons te huur, dus moesten we gewoon onze natte tent opzetten. Dat kon wel luxe op een keurig veldje vlak voor het sanitair. Toen bleken we ook nog eens lekkage gehad te hebben in de bagagekar, stom genoeg waarschijnlijk door een lekkende waterfles en niet eens door de regen ... Gelukkig had de camping een droger en konden ze het gemis aan een winkel voor ons oplossen door hun ranzige frietpan tevoorschijn te toveren en ons een maaltje friet met hamburger voor te zetten in hun verder verlaten speelzaal. We kregen er een spannende verzameling bestek bij (met zakmessen) en na een reusachtige kop koffie respectievelijk een ijsje stopten we met dromen over beter weer.

23 juli: Chancia naar Pont d’Ain

Ain Weg langs de Ain.  

Het was nog geen stralende dag, maar het was in elk geval DROOG! We fietsten vandaag bijna vijftig kilometer langs de Ain. Nu de mist was opgetrokken keken we uit over de groene heuvels die er gisteren ongetwijfeld ook al waren geweest. Het fietsen ging erg goed, ondanks de vreselijk vochtige lucht; het leek wel alsof we in een tropische kas fietsten. We pauzeerden al snel bij een supertje met een bankje ernaast en dronken een lekkere beker verse koude melk. Behalve de Ain en groene heuvels zagen we ook veel stuwen en hoge bruggen. Picknickbankjes zagen we helaas niet, maar wel een paar dikke stenen langs de Ain om op te zitten. We hadden willen eindigen op de camping van Poncin, ware het niet dat die pal onder een snelweg bleek te liggen. Aangezien we nog puf hadden konden we kritisch zijn en fietsten we nog tien kilometer door naar Camping l’Oiselon*** in Pont d’Ain, waar we een mooi veldje kozen op, zo bleek later, het speciale deel voor Nederlandse caravans op doorreis.

24 juli: Pont d’Ain naar St Maurice de Gourdans

Het was ’s ochtends bijzonder nevelig en we bereidden ons al voor op een trieste fietsdag. We begonnen maar eens met een stevig ontbijt met broodjes knaks die we nog over hadden van onze uitgebreide feestsalade van de avond ervoor (met véél tonijn). We fietsten de hele ochtend over de vlakte van de Ain, een nogal saai stuk met manshoge mais, de overgebleven stoppeltjes van de graanvelden en uitgebloeide zonnebloemen. Het werd iets vrolijker toen de mist ineens optrok en het eindelijk stralend weer werd! Tegen de middag kwamen we ook nog wat aardige plaatsjes tegen, compleet met caches. Het eerste was Ste Julie, met een verwaarloosd kasteeltje met een kerkje ernaast, gevolgd door een kapelletje dat eenzaam langs een drukke weg lag.


Ste Julie   Even een rustpauze

Een uurtje later was het lunchtijd en streken we neer in Blyes bij de kleine Prieuré de Notre Dame des Anges, gesticht in 1136. Er was niet zo heel veel aan te zien, maar het was gewoon een sfeervol plekje met fleurige bloembakken. We aten in het parkje voor het gemeentehuis, waar zelfs een pomp stond om onze bekertjes af te spoelen. We eindigden deze ongeveer veertig kilometer lange etappe in St Maurice de Gourdans, ons nog bekend van zijn leuke twaalfde eeuwse kerkje vol met oude fresco’s. Helaas waren de fresco’s er niet op vooruit gegaan sinds de vorige keer; er wordt niet goed gepast op dit juweeltje. We hadden best nog wat verder kunnen fietsen, maar niet een hele etappe van vijftig kilometer met stevige klim naar de eerstvolgende camping ... Camping Sous le Moulin** was in elk geval een goede keuze, ondanks de douchemuntjes; lekker rustig, een groot veld met eigen stopcontact en een lijn vol wapperende was, waarvan we vurig hoopten dat we hem een keertje droog konden krijgen.

25 juli: St Maurice de Gourdans naar Meyrieu-les-Étangs

    Brei-evenement in Artas

Vandaag was de etappe waar we al een tijdje tegenop zagen en waarvan we hoopten dat we tegen die tijd genoeg conditie zouden hebben ... Hij begon met 37 kilometer vlak, eerst nog over de vlakte van de Ain, die vervolgens naadloos over ging in het Rhônedal. En dat dal moesten we natuurlijk ook weer uit, en dat bij een vochtige dertig graden. Het was inderdaad hier en daar flink steil, maar er waren ook wat vlakkere stukjes om even uit te puffen. Het was overigens verre van onherbergzaam op onze heuvel; er lagen allemaal boeren gehuchtjes over uitgespreid. Na de ergste klim hielden we een lange pauze op een parkeerplaats aan de rand van Artas, ook omdat we hier inkopen moesten doen voor het avondeten en de epicerie pas een uur later open ging. Pelle en Elise vermaakten zich met een achtergelaten jeu-de-boules bal. Het stadje was gezellig versierd met breisels en haakwerkjes, om bomen en lantaarnpalen, bankjes en paaltjes. We hadden nu nog zes kilometer te gaan naar Meyrieu-les-Étangs, waarvan een paar hele zware! Camping Base de Loisirs du Moulin bleek een hele fijne te zijn, met een ruime keuze uit omheinde veldjes en geweldige douches. Als we wat eerder waren aangekomen hadden we er ook nog kunnen zwemmen in het meer. Pelle en Elise vonden er al snel twee kleine Nederlandse Groene-Route-rijdertjes, toevallig met precies dezelfde tent als wij!

26 juli: Meyrieu-les-Étangs naar Les Avenieres

We kregen ’s nachts geheel onverwacht een enorme bui over ons heen, maar ’s ochtends was het weer droog en lekker opgefrist. We fietsten door een heuvelachtig landschap met bergen op de achtergrond. Dit beviel ons een stuk beter dan de saaie vlaktes van de vorige dag. We kregen wat pittige klimmetjes voor de kiezen, maar die waren we intussen wel gewend. Bovendien werden ze afgewisseld met een aantal flinke afdalingen. We lunchten bij een oorlogsmonument midden in La Tour du Pin. Hier maakten we ons op voor de laatste flinke klim van de dag, die ons uiteindelijk naar Camping les Epinettes in Les Avenieres moest brengen. Net voor aankomst kwamen we daar zowaar nog een grote supermarkt tegen. Op dat moment leek het erop dat we nog een flinke onweersbui op ons dak zouden krijgen, maar we konden nog rustig onze tent op een veldje zetten, een wasje doen en een duik nemen in het gemeentebad naast de camping. Ook tijdens onze interessante maaltijd van rijst, Hawaisaus en vissticks was het onweer zo aardig om net langs te trekken.


    Gemeentezwembad naast de Camping
27 juli: Les Avenieres naar Artenare

Het was na een heldere nacht aangenaam afgekoeld, en onder het genot van een prachtig uitzicht op de bergen legden we onze eerste tien kilometer naar Glandieu moeiteloos af. Daar lag, vlak langs de weg, een sprookjesachtige waterval. De straat bood niet voor niets onderdak aan talloze kunstenaars. Het werd nu al snel steiler, maar Peter wist het ergste te omzeilen door de route een beetje te verleggen. Belley was niet zo sfeervol als de naam deed vermoeden, maar we hielden er toch even een lunchpauze. Hierna werd het zwoegen. Uiteindelijk bracht een lange afdaling ons weer ongeveer op de hoogte waar we de dag waren begonnen.


  Waterval van Glandieu Rustige weg naar Artenare

We leken te gaan eindigen in een bossig en volledig uitgestorven gebied, maar uiteindelijk verscheen gelukkig volgens planning het stadje Artenare met Camping Le Vougrais, waar we een mooi veldje recht voor de ingang van het zwembad kregen. Na enig aandringen konden we zelfs nog friet met een hamburger bestellen. Het stadje had wel een super, maar het was zondag. Tijdens de afwas kwam ons helaas ter ore dat het weer weer ging omslaan en dat alle Nederlanders om ons heen gingen inpakken. Onze tablet bevestigde inderdaad dat er tussen onze resterende dagen niet veel droge meer zaten ...

28 juli: Artenare naar Pontarlier

Terwijl Pelle en Elise nog rustig meededen met het aqua joggen, probeerden wij uit te zoeken hoe we zo snel mogelijk weer bij de auto en naar huis konden komen. Jammer van de wandeling naar de hoge waterval vlakbij onze camping, waar we ons zo op hadden verheugd, maar we hadden echt geen zin om nog een hele week door de regen te fietsen. Uiteindelijk bleek de enige optie te zijn om in een naburig gat op de trein te stappen en dan via Lyon naar Pontarlier te reizen. >


Waterval bij camping

De eerste trein vertrok pas om half drie en we konden, als alles meezat, nooit voor zessen in Pontarlier zijn, maar goed. We lieten ons door een taxi op het station afzetten en tegen de tijd dat de trein vertrok vielen inderdaad de eerste regendruppels. Het spannendste moment van onze treinreis was een overstap op een klein dieseltreintje de Jura in, want we hadden slechts vijf minuten en hadden er geen idee van of er die avond nog wel eentje zou gaan ... Gelukkig ging het allemaal goed en stopte het ook nog in Pontarlier. Daar wandelden we door de stromende regen met behulp van de GPS naar de camping. Tja, en toen moesten we nog terug zien te komen naar onze tent in Artenare. De GPS wilde ons door Zwitserland gidsen, maar we hadden natuurlijk geen vignet voor de autoweg, zodat we ons genoodzaakt voelden om kleine weggetjes te kiezen. Dat werd het nog niet gefietste deel van onze route, tot we het niet meer verantwoord vonden en liever een boete riskeerden dan een autoongeluk. Uiteindelijk waren we pas na elven “thuis”.

29 juli: Artenare naar huis

Hoewel het natuurlijk een heel verstandig besluit was geweest, reden we toch met een heel vervelend en onvoldaan gevoel naar huis. We hebben in de loop der jaren heel wat regen getrotseerd, maar we hebben nog altijd onze rondjes helemaal uit kunnen rijden. Het was dan ook de eerste keer dat er onderweg nog geen plannen kwamen opborrelen voor het volgende jaar ...